Telen van keukenkruiden

Telen van keukenkruiden

Onkruidbeheer

Om te vermijden dat een kruidentuin na verloop van tijd overwoekerd wordt door onkruiden, kan je best regelmatig de aanplanting grondig controleren op opkomend onkruid en dit tijdig wegnemen. Jonge onkruidplantjes kan je gemakkelijk uittrekken zonder te veel aarde mee te nemen of de wortels van kruiden te beschadigen. Ik probeer maandelijks een keertje ongewenste gasten uit de kruidentuin te halen. Daarbij de onbedekte grond zeer oppervlakkig breken (bovenste cm) helpt daarbij om mosgroei tegen te gaan. Door bodembedekking toe te passen kan je de onkruidgroei wat inperken. Vooral bij kruiden die de bodem niet goed bedekken zoals bij bieslook is dit nuttig. De voorkeur gaat hierbij uit naar materiaal dat zo min mogelijk schuilplaatsen biedt voor slakken zoals gazonmaaisel (zonder zaden erin) of strooisel van hennep.

 

Kruidenspiraal en kruidenheuvel

Verschillende kruiden houden niet van natte voeten in de winter. De bodem in de biologische nuts- en kringlooptuin houdt het vocht heel goed vast (lemig zand). Het is voor een moestuin een zeer goede tuingrond, die gemakkelijk te bewerken is en een goede opbrengst geeft. Maar voor de keukenkruiden van zuiderse oorsprong is de bodem veel minder geschikt. Van de tijmplanten sterft tijdens de winter tot twee derde van de planten.

Voor de teelt van kruiden wordt een kruidenspiraal aanbevolen. Hierbij wordt er o.a. gebruik gemaakt van steenslag. Een nadeel hiervan is dat als de kruidenspiraal opgeruimd moet worden je met een hoop afval zit. Aan stenen of steentjes in de tuin heb ik een grondig hekel. Deze zijn hinderlijk bij het hakken. Als ze in de grond zitten, komen ze onvermijdelijk na verloop van tijd bovenliggen. Daarom heb ik in de biologische nuts- en kringlooptuin een ‘kruidenheuvel’ aangelegd: een hoopje aarde van 35 cm dat bovenaan vlak ligt. De gebruikte aarde kwam uit het aanpalende tuingedeelte. Aan de zijkanten staan bodembedekkende kruiden, zoals kruipend bonenkruid, kruipende rozemarijn, tijm. Bovenop staan enkele meer in de hoogte groeiende kruiden. In 2014 had ik daarop twee citroenverbena’s geplant. Die zijn de winter zonder enige vorm van bescherming goed doorgekomen. Dit in tegenstelling tot de vier planten die gewoon in de tuin stonden (dus niet op een verhoging). Een stevig pak droge bladeren beschermde hen tegen de vorst. Om waterdoorsijpeling te voorkomen, dek ik de bladeren af met een stuk oude serreplastiek. Want natte bladeren beschermen de planten niet tegen de vorst. Een van de vier van deze citroenverbena’s had de winter niet overleefd. Het was dan ook een zeer vochtige winter. De vlakbij gelegen wadi stond geruime tijd blank. Het grondwater stond dus zeer hoog en dat hou je niet weg door de afscherming met bladeren.

Sneeuw is een andere factor die kruiden om zeep kan helpen. Door de sneeuw kan de bast van sommige kruiden loskomen van de stengel, waardoor de planten het volgende seizoen niet meer kunnen uitlopen. Ik heb al vastgesteld dat een zeer vochtige winter hetzelfde effect heeft, daardat de bast dan regelmatig en langdurig aan vocht is blootgesteld.

 

Kruidenbak

Doorgaans wordt een bak gemaakt met hout. Deze heeft maar een beperkte levensduur. Daarom heb ik een bak gemaakt met dals van 30 bij 30 cm. Deze is mits een goede opbouw onverslijtbaar en blijft netjes zijn vorm behouden. Ik heb de dals in een dubbele rij rechtop gezet. De buitenste rij heb ik 20 cm ingegraven en dient om de binnenste rij te ondersteunen. De binnenste rij heb ik daar vlak tegenzet en een kleine 10 cm ingegraven. Zo bekom je een verhoogde bak van 20 cm. Alles netjes waterpas zetten is hierbij noodzakelijk om een mooi afgewerkte bak te krijgen. Spleten tussen de stenen moet je vermijden. Hierlangs kan later geleidelijk aan het zand uit de bak wegspoelen. Als de stenen niet mooi waterpas staan, heb je dit gemakkelijk voor op de hoeken van de bak.

Een alternatief bestaat erin klinkers te gebruiken die op los elkaar gestapeld worden. Zo kan je enkele lagen op elkaar plaatsen die voldoende stabiel staan voor een beplantbare bak.

Het voordeel van voorgaande bakken is dat deze gemakkelijk opgeruimd kunnen worden, zonder afval, het materiaal kan nadien zonder problemen hergebruikt worden.

 

Slakken

Slakken kunnen in de tuin heel wat schade aanrichten. Bij de meeste kruiden valt dit doorgaans nogal mee. Alhoewel slakken de meeste kruiden in de zomer links laten liggen, is dit in het voorjaar minder het geval. Op het moment dat de kruiden terug beginnen uit te lopen, is er in de moes- en kruidentuin minder voedsel voorradig. De jonge uitlopers zijn nog zacht en minder aromatisch. Heb je last van slakken dan kan je best uw kruiden in het voorjaar wat extra in de gaten houden om te vermijden dat ze door slakkenvraat de zomer niet zouden halen. Zo hebben de slakken al een russische dragon die de jaren voordien tot een stevige plant was uitgegroeid volledig geruïneerd.

 

Snoeien

Om kruiden compact te houden, snoei je ze best elk jaar stevig terug, als dit tenminste bij het oogsten nog niet is gebeurd. Dit doe ik op het einde van de winter. Hierdoor blijft de grond tijdens de winter beter bedekt, waardoor onkruid- en mosgroei beperkt wordt.

 

Bloei

De meeste kruiden komen tot bloei. Dit maakt een kruidentuin niet alleen aantrekkelijk voor het oog maar ook voor heel wat insecten. Solitaire bijen, hommels, vlinders en tal van andere insecten bezoeken de bloeiende kruiden voor hun nectar. De meeste van de kruiden vormen ook (heel veel) zaad. Om te vermijden dat ze zich vrij uitzaaien, neem ik meestal de uitgebloeide bloemhoofdjes weg, voordat ze kiemkrachtig zaad gevormd hebben. Bij citroenmelisse snoei ik de takken stevig terug kort na de bloei (of het hoogtepunt van de bloei). Op deze manier blijft het onderhoud van de kruidentuin het jaar nadien een stuk minder arbeidsintensief. Ik hoef weinig of geen tijd te steken in het wegnemen van plantjes die ergens ongewenst opduiken.