Tuininrichting en teeltplan
Gewasgroepen
De moestuin is opgedeeld in vier grote percelen van elk een 75 m², op de figuur aangeduid met 1 t.e.m. 4. De geteelde groenten worden over deze percelen verdeeld volgens de volgende gewasgroepen:
- peulgewassen: bonen en erwten
- bladgewassen: sla, spinazie, prei, selder, ...
- aardappelen
- koolgewassen: witte kool, spitskool, koolrabi, raapstelen, radijs, ...
- wortelgewassen: wortel, pastinaak, schorseneer, witloof, rode biet, ui, sjalot, knoflook, ...
- vruchtgewassen: pompoen, courgette, suikermais
Vruchtwisselingsschema
Bovenstaande gewasgroepen worden als volgt verdeeld over de 4 percelen, waarbij 4 elk een half perceel innemen (A of B):
- peulgewassen (A)
bladgewassen (B) - aardappelen
- koolgewassen (A)
wortelgewassen (B) - vruchtgewassen
Bij het nieuwe teeltseizoen verhuist elk van de teelten naar het volgende perceel in de richting aangegeven door de pijlen op de figuur (van vak 1 naar vak 2, enz.). Zo staan bv. de aardappelen slechts 1 jaar op 4 op een bepaald perceel. Aangezien voor kool-, wortel- en peulgewassen een minimale wachttijd van 6 jaar aangeraden wordt, verwisselen we na 4 jaar de teelten 'A' en 'B' van plaats. Op die manier komen de kool-, wortel- en peulgewassen slechts na 8 jaar terug op dezelfde plaats te staan.