Vergunningen (landbouw)

 

A. Milieuvergunningen

Wanneer nodig?

Bij de oprichting van een nieuw bedrijf, verandering aan een inrichting, overname,… moet je vooraf een milieuaanvraag indienen. Afhankelijk van de aard en omvang moet je een klasse 3, klasse 2 of klasse 1 dossier indienen. Klasse 3 doe je met een melding, klasse 1 en 2 met een milieuvergunningsaanvraagformulier. Klasse 3 en 2 dien je in bij het college van burgemeester en schepenen (gemeente), klasse 1 bij de deputatie (provincie). Volgende rubrieken komen het meest voor bij land- en tuinbouwers:

  • dieren;
  • stallen landbouwvoertuigen;
  • gassen;
  • gevaarlijke stoffen;
  • mestopslag;
  • groenvoeders;
  • opslag melk;
  • grondwaterwinning;

Procedure

Klasse 1 (maximum 4 maanden) en klasse 2 (maximum 105 dagen)
Wanneer je een milieuaanvraag indient, wordt het dossier onderzocht op volledigheid en ontvankelijkheid. Na dit onderzoek start de adviesverlening (door IGEAN, VMM,…) en het openbaar onderzoek. Na de periode van openbaar onderzoek waarin bezwaar kan ingediend worden, neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing, afhankelijk van adviezen en eventuele bezwaren die binnengekomen zijn. Wanneer je niet akkoord bent met de genomen beslissing, kan je in beroep gaan.

Klasse 3
Het gemeentebestuur neemt akte van de meldingen voor klasse 3. De dag na het indienen van een volledig meldingsdossier kan je de activiteiten uitvoeren, tenzij tegenbericht. Voor elk meldingsdossier ontvang je een aktename welke de uitvoerbaarheid bevestigt en dit binnen een ordetermijn van 60 dagen.

Hernieuwing milieuvergunning
Een hernieuwing van de milieuvergunning moet worden aangevraagd tussen de 18 en 12 maanden voor het verval van de vergunning, tenzij anders bepaald. De milieuvergunning voor de verdere exploitatie kan vroeger worden aangevraagd wanneer een overname van de vergunde inrichting door een andere exploitant is gepland of wanneer de exploitant een belangrijke verandering van de vergunde inrichting gaat doen.

B. Kapvergunningen

Hierbij volgen enkele vuistregels om door het bos de bomen te kunnen zien. Voor het kappen van bomen is altijd een vergunning nodig! Welke vergunning je moet aanvragen, hangt af van de situatie. Daarbij speelt de omtrek van de boom een rol, ook de bestemming van de grond waarop de boom zich bevindt en of het gaat om alleenstaande bomen of bomen in bosverband.

Stedenbouwkundige vergunning

Waarvoor?

1. Het ontbossen van een grond, waarbij het bos een andere bestemming krijgt.

2. Het vellen van één of meer bomen, met een boomomtrek vanaf 1 meter op 1 meter hoogte.

Hoe: Aanvraag van een bouwvergunning voor terreinaanlegwerken
Uitzondering: Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig mits de boom:

  • geen deel uitmaakt van een bos
  • gelegen is in woongebied, industriegebied of daarmee vergelijkbaar of agrarisch gebied 
  • niet in woonpark gelegen is (bijvoorbeeld omgeving Schotensteenweg) 
  • gelegen is op een huiskavel van vergunde woning of bedrijfsgebouwen en niet op de grens met het openbaar domein 
  • gelegen is binnen een straal van 15 meter rondom een vergunde woning of bedrijfsgebouw, let op: bij deze uitzondering moet je nog wel een gemeentelijke kapvergunning aanvragen.

3. Het kappen van bomen bij een bouwaanvraag. Voor het kappen van bomen, ontbossen voor het bouwen van woningen,… moet dit aangevraagd worden samen met de bouwaanvraag voor het gebouw. Compensatieregeling: bij ontbossing zal de architect een compensatieformulier moeten toevoegen aan het bouwdossier. Vooraleer je bouwvergunning kan verleend worden zal advies worden gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. In bepaalde gevallen zal een compensatie moeten betaald worden voor het bos dat verdwijnt uitgedrukt in een prijs per m2.

Stedenbouwkundige kapvergunning: voor het kappen van bomen niet in bosverband welke onder de stedenbouwkundige vergunningsplicht vallen, moet dit mee in de bouwaanvraag vermeld worden. De architect moet zowel op het bouwaanvraagformulier als op de plannen de aanvraag tot kappen vermelden, zodat het kappen mee wordt opgenomen in de bouwvergunning. 

Waar: dienst grondgebiedszaken, Gemeentepark 1, 03 660 25 50

Kapmachtiging Agentschap voor Natuur en Bos
Waarvoor: Het kappen van bomen in bosverband, waarbij het bos zijn bestemming blijft behouden.
Hoe: Aanvraag tot kapmachtiging van Agentschap voor Natuur en Bos
Waar: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap voor Natuur en
Bos, Lange Kievitstraat 111-113, 2018 Antwerpen, 02 224 62 62 of www.natuurenbos.be

Natuurvergunning
Waarvoor: Wijzigen van kleine landschapselementen. Afhankelijk van de bestemming van het perceel en de werken die worden uitgevoerd. Met de bestemming bedoelen we bijvoorbeeld in landbouwgebied, natuurgebied, parkgebied, bosgebied, ook in vogel- en habitatrichttlijngebieden. Werken zijn bijvoorbeeld het kappen van een bomenrij of houtkant in een landbouwgebied.
Hoe: Aanvraag tot natuurvergunning
Waar: Milieudienst, Gemeentepark 1, 03 660 25 50

Gemeentelijke kaptoelating
Waarvoor: Voor al de overige situaties die niet tot bovenstaande regelingen vallen, is een gemeentelijke kaptoelating van toepassing. Bijvoorbeeld: het kappen van bomen die niet in bosverband staan of een omtrek hebben van minder dan 1m op 1m hoogte of omwille van de uitzonderingsmaatregel vrijgesteld zijn van stedenbouwkundige vergunning of waarvoor geen natuurvergunning of natuurmelding nodig is.
Hoe: Schriftelijke aanvraag per brief en plan met aanduiding van de boom en foto’s
Waar: Groendienst, Van Pulstraat 15, 2960 Brecht, 03 660 17 27

C. Groenschermen en erfbeplanting

Brecht is een mooie groene en landelijke gemeente. Dit is voor een groot deel de verdienste van de goede integratie van landbouwbedrijven in de omgeving. Om deze integratie ook in de toekomst te garanderen, wordt aan bedrijven die een stedenbouwkundige vergunning aanvragen de aanplant van een groenscherm rond het bedrijf opgelegd. Als waarborg voor deze aanplant wordt bij een vergunningsaanvraag een borg gevraagd. Hierbij wordt onderstaand principe gehanteerd. 

  • De aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning moet een verklaring ondertekenen waarin hij verklaart dat: 
    • hij het groenscherm zal aanplanten in het eerstvolgende plantseizoen na het beëindigen van de in de stedenbouwkundige vergunning behandelde werken; 
    • hij aan de gemeente de toelating geeft om de gestelde borgsom in te houden indien één jaar na het beëindigen van de werken blijkt dat het opgelegde groenscherm niet of niet correct werd aangeplant.
  • De houder van de vergunning moet een borg betalen van 3 euro/m2 groenscherm dat aangeplant moet worden. Deze borg kan gesteld worden door het bedrag te storten in de gemeentekas of door een bankwaarborg. 
  • De terugbetaling van het groenscherm gebeurt in twee fasen: 
    • de eerste helft van de borg wordt terugbetaald nadat de vergunninghouder gemeld heeft dat het groenscherm werd aangeplant en uit controle blijkt dat het groenscherm werd aangeplant conform de vergunning; 
    • de tweede helft van de borg wordt terugbetaald nadat uit controle blijkt dat het groenscherm 1 jaar na de eerste controle nog aanwezig is.

Referenties